Ik heb de deurklink in mijn hand, sleutel in mijn andere hand. Ik kijk nog even naar binnen en de tranen stromen over m’n gezicht. Heel zachtjes trek ik de deur dicht en steek ik voor de laatste keer de sleutel in het sleutelgat, om de deur voor de laatste keer dicht te draaien. Ik doe een stap naar achter en kijk met veel verdriet naar het lege huis. Ik draai me om en loop de tuin uit.
Vandaag was de dag. De dag waar ik al die tijd tegen op hikte. De dag dat ik voor de laatste keer de deur van ons huisje dicht trek. De dag die natuurlijk ooit zou komen, maar waar niemand van had verwacht dat dat vandaag, 3 september 2021 zou zijn.
Sinds mama haar overlijden was het voor mij overleven. De uitvaart moest geregeld worden, d’r moesten mensen gebeld worden, het huis moest leeg, haar spullen moesten uitgezocht worden en alles moest gewoon goed gaan. Je bent de hele tijd bezig en ook nog een beetje andere mensen om je heen aan het troosten, wanneer ze geschokt of verdrietig naar je toe komen. Je doet heel vaak je verhaal, wat er allemaal is gebeurd, hoe het is gegaan. Je verteld het, maar eigenlijk zeg je niks. De afgelopen maanden zijn aan me voorbij gegaan. In mijn idee is het nog maart, de laatste maand waar alles ”normaal” was.
Je overleefd en je word geleefd. Tuurlijk, je hebt bij best wat dingen een moeilijk moment dat je even in huilen uitbarst, maar daar blijft het dan ook eigenlijk bij. Je raapt jezelf weer bij elkaar en dan ga je weer door, want het moet op tijd af zijn.
Maar vandaag is dan die dag. Die dag dat je door het lege huis loopt. Het lege huis, wat nog niet zo heel lang geleden vol stond met spullen, vol met het leven van mama, van mij en een beetje oma. Alles in huis was mama. De grote eiken kast waar ik een hekel aan had, maar mama vond hem prachtig. De bank, waar we vandaag precies een jaar geleden de hele dag op hebben moeten wachten tot hij bezorgd werd. Uiteindelijk werd die bank om kwart over 1 in de nacht bezorgd. De trap, waar we samen veel op en af zijn gelopen, het moment dat we naar bed gingen, maar ook met een loodzwaar aquarium en een paar kasten toen ik vorig jaar m’n kamer wilde veranderen.
De douche, die ik altijd wel een beetje te klein vond, maar vol stond met mama haar geurtjes, make upjes, haarspulletjes en haar kleding aan de deur. De douche, die vandaag nog naar mama rook. Ik opende de deur en rook mama. De geur, die ik vanaf vandaag nooit meer zal ruiken.
De voordeur, waar we samen door zijn gelopen. huilend, lachend, maar ook boos. Wanneer we weer eens ruzie hadden en zij, of ik, boos de deur achter ons dicht trokken, om vervolgens weer terug te komen. De voordeur, waar ik vorig jaar toen ik ziek was elke dag zat te wachten tot hij weer open ging, want dan was mama weer thuis.
Mijn slaapkamer, de kamer waar ik een haat/liefde verhouding mee had. De slaapkamer waar ik ziek was geworden en daardoor daar niet meer durfde te zijn. De slaapkamer die eigenlijk altijd rommelig was, tot ik vorig jaar besloot alles te veranderen. Het werd een slaapkamer waar ik van ging houden, waar het gezellig was met m’n lampjes, kaarsjes, plantjes, visjes en Domino. Waar mama naast me op bed zat als ik niet kon slapen, wrijvend over m’n been en rug tot ik sliep. Waar mama me toedekte en neusje neusje en een kus op m’n voorhoofd gaf voor het slapen gaan, zelfs vorig jaar nog. De slaapkamer waar ik heel blij ben geweest, maar ook heel verdrietig. De gezellige warme kamer, die nu helemaal leeg is.
De woonkamer, de kamer waar we de meeste tijd samen hebben doorgebracht. Samen op de bank, met ruzie, maar ook met heel veel knuffels. Waar we samen naar Netflix keken, met Domino knuffelde. Waar we veel met elkaar gesproken hebben, maar ook veel geschreeuwd hebben naar elkaar. Maar toch, overheerst de herinnering van de warme knuffels. Tegen elkaar op de bank, hangend tegen mama, want dat was veiligheid.
Al die kamers zijn nu leeg. Ons huis is nu een huis. Onze namen zijn van de voordeur af en niks laat meer zien dat mama daar heeft gewoond. Oké, de nicotine aanslag maakt het wel duidelijk.
”Straks wordt het opgeknapt en wonen er vreemde mensen in ons huis mama.”
Zoals ik al zei, was de afgelopen periode overleven. Toen ik vandaag de deur voor de laatste keer dicht deed klonk het harder dan ooit. Dat was ook het moment dat ik me eigenlijk voor het eerst écht realiseerde dat mama er niet meer is en dat ik haar nooit meer zal zien. De woorden ”Mama is dood en is er niet meer, ik zal mama nooit meer zien, nooit meer ruiken, nooit meer voelen” spoken door m’n hoofd, maar zijn er nu wel. De afgelopen periode zat mama namelijk in mijn hoofd nog steeds op haar bank, maar dat beeld is keihard verscheurd vandaag. De realisatie komt er nu en jeetje, wat doet dat onwijs veel pijn.
Van de week schreef ik dit stukje op twitter:
Ik vind het enorm lastig allemaal. In maart voelde ik me zo gelukkig. De hele maand maart denk ik terug aan een mooie periode, mn eigen plekje, genieten en trainen met Do. Ik kwam op tijd m’n bed uit en ging op een normale tijd naar bed. (Oke, slikte om half 8 al kalmeringsmiddelen om ‘s avonds niet in paniek te raken, maar dat werkte voor me op dat moment. Ik werd ‘s ochtends wakker, knuffelde met Do en stond op. Liep naar m’n gezellige woonkamer en werd daar wakker met een kopje thee en een muziekje, met het waterige zonnetje op de ramen. Na m’n thee bakte ik broodjes en ging ik ontbijten en vervolgens Do’tje uitlaten. Verder bleef ik lekker bezig, ging naar de winkels en experimenteerde ik met het openbaar vervoer. Avondeten was een ding, dus dat was altijd lastig, maar de avonden waren gezellig, mede ook door teams. Kaarsjes aan, tv aan en ontspannen op de bank met Do. In april stortte dat allemaal in, mama werd ziek. Maar ik deed m’n best om het vol te houden. Eind april ging ik hierheen, waar ik nu zit. Bij m’n vader. Ging op zich ook goed en onbewust ben ik ook m’n medicatie wat later gaan slikken. Alleen, vanaf april, het nieuws van mama, heb ik continue in angst gezeten. Angst en verdriet, ontkenning. Alles ging aan me voorbij en het leek alsof ik er zelf niet in zat. Alsof ik er zelf niet was. Toen overleed mama. Ik moest zelf overleven om alles te regelen en ondertussen kwam er ook nog een muis probleem in huis. Door dat overleven, wil ik elke dag de deur uit zijn. Elke dag weg van hier, weg van de rommel, weg van het verdriet. Afgelopen maanden geen dag gehad om eens lekker in m’n eigen kamer te ontspannen, te genieten. Geen een keer weer heerlijk met Do het bos in, niet op m’n fiets gezeten. Alleen maar weg van hier. Het is fijn om buiten de deur te zijn, echt wel, we hebben leuke dingen gedaan buiten de deur afgelopen week. Tot vorige week was het namelijk alleen maar mama. Ik kan niet meer wakker worden en opstaan. M’n bed opruimen zodat ik op de bank wakker kan worden met een theetje. Daarin mis ik zevenkamp misschien nog wel het meeste. Als ik wakker word ben ik zo moe en wil en kan ik eigenlijk alleen maar huilen. Ik wil weer op tijd naar bed gaan maar moet er een middenweg in gaan vinden met m’n medicatie. Ik wil gewoon weer vroeg opstaan, genieten van de dag, genieten van Do. Genieten van m’n eigen kamertje en genieten van buiten, maar het lukt me gewoon niet. Heb een diamond painting liggen die nog af moet, heb een opleiding die gedaan moet worden maar t enige wat ik wil is de deur uit en als ik weer thuis ben op de bank liggen met een dekentje en m’n knuffel want dat voelt veilig. Buiten, in een andere omgeving voel ik me oké en heb ik energie. Maar binnen? No way dat die energie ergens is. Dan is er ruimte voor het verdriet en het gemis. Ik mis mama. M’n hele leven draaide altijd om mama. Positief en negatief en dat is nu weggevallen. Ik moet mezelf opnieuw gaan vinden want ik voel me verloren, maar weet niet zo goed waar ik het moet zoeken. Het leven draait niet meer elke dag om mama, hoe hard het ook klinkt, ze is er niet meer. Tuurlijk mis ik haar elke dag, maar dat is anders. Degene die dichtbij me staan weten wat ik bedoel. Ik vind het moeilijk. Heel moeilijk. Ik weet niet waarom ik dit deel, maar heb dit nog geen 1x uitgesproken en dit is eigenlijk een soort stap 1 voor me ofzo? Geen idee.
Als laatste voegde ik hier aan toe: ”Heel gek dat ik halverwege dit draadje schrijven realiseerde dat ik gewoon verloren ben omdat alles elke dag in mn leven om mama draaide en dat nu weggevallen is.”
Dat is eigenlijk nu het hele punt. M’n hele leven draaide het elke dag om mama en dat is er nu niet meer. Mama had een groot deel van de ruimte in m’n hoofd in beslag en die ruimte is nu leeg, daaromheen is onwijs veel verdriet. Er is een stuk van mezelf kwijt die ik eigenlijk nog nooit heb gevonden. Naast het beginnen met rouwen nu, moet ik dus ook nog uit gaan vinden wat dat missende stuk van mij eigenlijk is. Dit geeft me op het moment een enorm verloren gevoel en ik weet nu nog niet zo goed hoe ik daarmee om moet gaan.
Ik mis mama enorm. Er zijn nu al in de afgelopen 5 weken onwijs veel dingen gebeurd wat ik met mama wilde delen, of wat me zo erg aan haar deed laten denken dat ik hard moest huilen. Muziek die nu harder dan ooit binnen komt. Afgelopen zondag op de dansschool luisterde ik naar de tekst van een nummer en kon de tranen niet meer tegen houden. Ik liep door de intratuin waar ze al bezig waren met de kerstspullen en zag ons in mijn hoofd weer daar doorheen lopen. Ik zie dingetjes bij de action staan die ik mee wil nemen voor mama, maar mama is er niet. Er is nieuwe muziek van ABBA uitgekomen, wat ik met mama wilde delen. Zo zijn er nog ontelbaar veel dingen en zullen er ook nog ontelbaar veel dingen gebeuren.
Altijd als ik iemand tegen kwam die vertelde dat zijn of haar moeder of vader was overleden op jonge leeftijd, dacht ik ‘oooh wat erg, dat meisje heeft geen moeder meer.. Maar dat overkomt mij nooit joh” Maar nu zit ik hier, het meisje die geen mama meer heeft.
Ik denk dat ik op een of andere manier de dood nog niet zo goed begrijp. Hoe kan dit nou? Waarom gebeuren dit soort dingen? Waarom worden de mooiste bloemen als eerste geplukt? Ga ik mama nog wel zien wanneer ik ooit kom te overlijden? Staat ze daar dan op me te wachten, of zie ik haar echt helemaal nooit meer? Ziet ze me nu? Ziet ze wat ik doe? Is ze bij me?
Zondag beginnen de clublessen weer, iets waar ik heel blij mee ben, maar wat ik ook onwijs moeilijk vind. De dansschool, waar mama en ik samen naartoe gingen. Waar mama altijd op het krukje zat bij de ingang, om iedereen hun namen op te schrijven voor de registratie. De frituurpan waar ze bitterballen bakte, de bar waar ze achter stond en de dansvloer, waar ik haar nog steeds haar rumba walks zie doen als ik op de vloer sta.
Voor vandaag stop ik denk ik niet meer met huilen, maar dat is voor nu oké. Ik weet niet wat morgen me brengt, maar ik ga m’n best doen. Ik ga een manier zoeken om te rouwen, want ik heb geen idee hoe dat moet. Ik moest mama op haar laatste heldere dag beloven dat ik m’n best ga doen en dat ga ik doen. Voor mama. Het is alleen wel heel moeilijk en verdrietig om het zonder mama te doen. Mijn mama, m’n houvast, m’n alles.
Ik wil gewoon niet geloven dat mijn lieve mama er niet meer is, maar ik kom er nu gewoon niet meer onder uit. Het is definitief, de sleutels zijn ingeleverd en de deur is voor de laatste keer op slot gedraaid.
Heel veel sterkte meid !
Heel mooi verwoord 🤗
Ik ben er door geraakt. Ik ben er stil van. Mijn ouders leven gelukkig nog maar mijn grootouders die ik zag als mijn ouders zijn al jaren geleden gestorven. En ja, het gemis is er en zal altijd blijven, maargeleidelijk aan kun je het een plaatsje geven. Maar nog is er het gemis EN de dankbaarheid. Ik stopte dat gegeven in mijn hart, en soms is er die traan, en soms dat geluk. Sterkte Daan.